Wet op de rechtsbijstand op oneigenlijke grond ingezet voor ‘Groningen’
De minister voor Rechtsbescherming heeft op 24 mei de ‘Subsidieregeling rechtsbijstand en aanverwante kosten Tijdelijke wet Groningen’ naar de Kamer gestuurd. De Wet op de rechtsbijstand die daar onderdeel van is, wordt volgens de NOvA op oneigenlijke grond ingezet. Om ongelijkheid in de rechtsbescherming in gaswinningszaken te voorkomen, adviseert de NOvA een fonds op te richten waardoor gespecialiseerde (sociaal) advocaten conform een marktconform tarief hoogwaardige kwaliteit kunnen leveren.
Het is een goede ontwikkeling dat de overheid steeds meer oog krijgt voor het belang van de rechtsbescherming, vooral in zaken tegen de overheid zelf. De NOvA pleit al jarenlang voor een redelijke vergoeding voor sociaal advocaten, zodat er voldoende aanbod blijft om mensen met een kleine portemonnee van kwalitatief goede rechtsbijstand te kunnen voorzien. Dat is ook het doel van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb), die uitvoering geeft aan artikel 18 lid 2 van de Grondwet. Het in deze regelgeving vastgelegde tarief is echter jarenlang onderhevig geweest aan bezuinigingen door het ministerie van Justitie en Veiligheid, waardoor het niet meer vanzelfsprekend is dat advocaten met een fulltime sociale praktijk een modaal inkomen kunnen verdienen. Onderzoek heeft uitgewezen dat de te lage tarieven een belangrijke reden zijn voor sociaal advocaten om ermee te stoppen en er nauwelijks nog nieuwe sociaal advocaten aan willen beginnen. Ondanks noodkreten vanuit de NOvA en de sociaal advocatuur verhoogt minister Weerwind voor Rechtsbescherming het tarief niet.
Tweedeling en ongelijkheid
Met deze zorgen over voldoende aanbod van sociaal advocaten in het achterhoofd, heeft de NOvA de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Justitie en Veiligheid geadviseerd over de inrichting van de rechtsbescherming in gaswinningszaken. De Wrb is bedoeld voor mensen met een kleine portemonnee, maar wordt door de beide ministeries in gaswinningszaken voornamelijk ingezet om kosten te begrenzen. De NOvA constateert dat deze wet door het ministerie van JenV steeds meer als paraplu wordt gebruikt om verschillende (herstel)regelingen onder te scharen.
Dit kan ertoe leiden dat binnen de Wrb de ene groep rechtzoekenden gratis rechtsbijstand krijgt, waar de andere groep nog steeds een eigen bijdrage dient te betalen of in dezelfde juridische geschillen überhaupt geen aanspraak kan maken op een toevoeging. Aan de kant van de advocatuur kan het er onder andere toe leiden dat in dezelfde soort zaken verschillende vergoedingen worden gehanteerd. Op verschillende vlakken ontstaat er in die zin een tweedeling.
Marktconform tarief
De NOvA heeft daarom geadviseerd om met een fonds te werken, waar (sociaal) advocaten die zijn gespecialiseerd in complexe gaswinningszaken zich bij kunnen aansluiten. Door advocaten een passend, marktconform tarief te bieden, kunnen zij voor de Groningse rechtzoekenden de vereiste kwaliteit blijven leveren. Uiteindelijk is het van belang dat de overheid de schade ruimhartig vergoedt conform de bedoeling van de Tijdelijke wet Groningen. De Groningers hebben daarbij recht op dezelfde processuele mogelijkheden als de staat om, met ruime inzet van advocaten en deskundigen, het eigen standpunt te kunnen onderbouwen.
Tot slot wijst de NOvA op het belang van een voor iedereen rechtvaardige, werkbare en eenduidige manier om goede rechtsbescherming te waarborgen in misstanden waar de overheid een belangrijke rol speelt. Dit geldt voor de gaswinningszaken in Groningen, maar bijvoorbeeld ook voor de toeslagenaffaire.
Meer informatie