8jul

Nederlandse advocaten maken verschil in Europa

Of het nu gaat om camera’s in de rechtszaal of bescherming van verdachten in internationale rechtszaken; Nederlandse advocaten zetten zich op Europees niveau in voor de rechtsstaat. Besluiten van het Europees Parlement en de procedures bij het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben direct invloed op het werk van Nederlandse advocaten.

Daarom is de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) lid van de Council of Bars and Law Societies of Europe (CCBE). Want wie aan tafel zit, praat mee. En wie meepraat, kan ook echt iets bereiken.

CCBE Rosa van Zijl - 260pxDe CCBE wordt ook wel de Raad van Europese balies genoemd. Advocaten van 46 balies uit Europa komen samen in Brussel. Ze overleggen, delen ervaringen en spreken interventies af om de rechtsstaat te beschermen. Ook geven ze hun visie op belangrijke besluiten en voorstellen van de Europese instellingen. Dit vindt plaats in maar liefst 28 commissies. Die zetten zich in voor allerlei onderwerpen, zoals beroepsethiek, digitalisering, toegang tot de rechter, rechtsbescherming en eerlijke procedures.

Nederlandse advocaten, zoals Onno Brouwer en Rosa van Zijl, zijn namens de NOvA actief in verschillende CCBE-commissies. Ze zijn het over één ding eens: het is hard nodig om in Europa te laten horen wat er in de praktijk speelt.

Aan tafel in Brussel
Brouwer kent het juridische Brussel en de procedures in Luxemburg als zijn broekzak. Als expert in EU-recht is hij al jarenlang betrokken bij de commissie voor het Hof van Justitie in Luxemburg (PD Lux). Sinds een aantal jaar is daar de commissie voor Straatsburg (PD Stras) bijgekomen. “Je moet wel geduld hebben”, zegt hij. “Sommige onderwerpen brengen we jarenlang in. We moeten dus scherp kiezen: wat is écht belangrijk?”

‘Je moet wel geduld hebben. Sommige onderwerpen brengen we jarenlang in.’

Van Zijl is strafrechtadvocaat en gespecialiseerd in fraudezaken. Vier jaar geleden reageerde ze op een vacature in het Advocatenblad voor de commissie Criminal Law. “Ik zocht iets naast mijn gewone werk om mezelf verder te ontwikkelen. Er viel veel te leren over de Europese regels en hoe die doorwerken in ons strafrecht. Ook over sociale omgangsvormen. Nederlanders zijn vrij direct en komen graag meteen ter zake. Dat is in andere landen volstrekt ongebruikelijk.”

CCBE Onno Brouwer - 260pxRechtspraak beter zichtbaar
Wat bespreken ze dan precies in hun commissievergaderingen? Dat verschilt steeds. Soms gaat het over nieuwe wetten, soms over praktische zaken. Bijvoorbeeld: is het een goed idee om rechtszaken te filmen en online te zetten? Brouwer: “In Straatsburg kan dat al jaren, maar in Luxemburg lag dat gevoeliger. Een camera in de rechtszaal? Dat vonden sommigen spannend. Advocaten, agenten van lidstaten en instellingen spreken dan mogelijk minder vrijuit. En rechters stellen dan misschien minder snel scherpe vragen.”

De commissie besprak alle voor- en nadelen. Verschillende betrokkenen gaven hun mening en vertelden hoe het in andere landen werkt. “Zo kwamen we tot een goed afgewogen advies om videostreaming krachtig te ondersteunen. Het brengt het recht dichter bij de samenleving en geeft mensen een kijkje in wat er in ‘Luxemburg’ gebeurt.”

Grote Kamerzittingen zijn nu live te volgen. De opnames staan een maand op de website. “Voor sommige landen is Luxemburg best ver reizen, dus het is handig dat dat niet meer altijd hoeft. Maar we zijn er nog niet. Wij vinden dat ook de audio-opnames van álle mondelinge zittingen online beschikbaar moeten komen. Dan kun je, net als het publiek bij de zitting, precies horen wat er wordt gezegd – in de procestaal van de zaak. Omdat de zittingen worden opgenomen, zijn er audiofiles. Waarom delen we het openbare deel van de opnames dan niet gewoon?”

Samenwerken over grenzen heen
Van Zijl merkt dat Europees strafrecht en samenwerkingen steeds belangrijker worden. Sinds een paar jaar is er het Europees Openbaar Ministerie, dat grensoverschrijdende strafzaken behandelt die de Europese Unie raken. “Die zaken worden gecoördineerd vanuit Luxemburg, maar vervolgd in een van de lidstaten. Elk land heeft zijn eigen strafprocesregels. In Nederland krijg ik het dossier bijvoorbeeld pas te zien ná het eerste verhoor. In andere landen krijgen advocaten vaak al allerlei stukken of het hele dossier vóór het verhoor.”

Ze vervolgt: “Het is belangrijk dat een zaak niet zomaar in een bepaald land wordt behandeld omdat het voor de autoriteiten daar makkelijker is om minder informatie te geven. In de commissie Criminal Law praten we over dit soort dingen. De regels over het Europees Openbaar Ministerie zijn behoorlijk vaag, omdat ze het resultaat zijn van politieke compromissen. Wij letten erop dat de rechten van onze cliënten worden beschermd. Als regels niet goed werken, kaarten we dat aan. Onze gezamenlijke mening, van advocaten uit alle lidstaten, telt natuurlijk veel zwaarder dan alleen die van de NOvA.”

‘De gezamenlijke mening van advocaten uit alle lidstaten telt zwaarder dan alleen die van de NOvA.’

Digitaal vergaderen en persoonlijk contact
Brouwer en Van Zijl komen zo’n vier keer per jaar samen met hun internationale collega’s. Meestal online, maar soms ook in persoon. Het werk is vrijwillig en draait vooral om het sterker maken van de advocatuur en het beschermen van de rechtsstaat. Ze delen dezelfde passie: zorgen dat de stem van advocaten wordt gehoord.

Brouwer werkt graag samen met vakgenoten aan een goede procesvoering bij de EU-rechter. “De vakgenoten in onze commissie weten waar ze het over hebben, het zijn op dit terrein echte experts. Die kennis en ervaring heb je nodig om inhoudelijk goed te kunnen overleggen”, meent hij. Vooral de verschillen tussen landen vindt hij interessant. “Engelsen en Ieren starten bijvoorbeeld veelal bij de feiten. Fransen denken meer vanuit juridische principes. En Duitsers pakken het heel gestructureerd aan. Het is altijd nuttig om verschillende ervaringen en benaderingen bij elkaar te brengen.”

Nieuwe contacten, nieuwe inzichten
Van Zijl herkent dat helemaal. “Het is waardevol om met collega’s uit andere landen ervaringen te delen. Je leert hoe het recht elders werkt. Wist je dat er grote verschillen in vergoedingen zijn voor onterechte detentie? In Nederland krijg je bijvoorbeeld 80 tot 105 euro per dag, terwijl dat in sommige landen maar 8 euro is.”

Uit al die internationale contacten ontstaan ook bijzondere momenten. “Als iemand in Amsterdam is, krijg ik een appje of een berichtje op LinkedIn en spreken we af voor koffie. Ook mag ik nu vaker spreken op congressen, bijvoorbeeld in Tsjechië of Duitsland. Dat soort dingen maken het extra leuk.”

Ook meedoen in een CCBE-commissie?
Net als Onno Brouwer en Rosa van Zijl bijdragen aan de advocatuur in Europa? Dat kan! Er zijn plekken vrij in de CCBE-commissies PD Lux & Stras en Migration Committee. Wie meedoet, maakt écht verschil: de stem van Nederlandse advocaten klinkt duidelijk door én er is volop ruimte om te leren van collega’s uit heel Europa. Een mooie kans om samen te bouwen aan een sterke rechtsstaat – over grenzen heen.

2025