3sep

Twijfels over invoering ‘preprocessuele bewijsgaringsplicht’

De NOvA heeft twijfels over de invoering van de preprocessuele bewijsgaringsplicht, een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht. Dat schrijft de NOvA, gestoeld op een advies van de adviescommissie burgerlijk procesrecht, vandaag aan de Tweede Kamer.

Documenten iStock-488240072Het wetsvoorstel regelt dat partijen al voorafgaand aan een procedure alle informatie moeten verzamelen die voor de rechtszaak van belang is. De vraag is echter of dit wel iets toevoegt aan de al bestaande verplichtingen van partijen.

Onwenselijke gevolgen
Ook bij de verwachte efficiencyvoordelen zijn vraagtekens te plaatsen. Zo lijkt de aanname dat partijen door meer en vroegere bewijsgaring eerder zelf tot een oplossing van hun geschil komen niet gerechtvaardigd. De stimulans die van het wetsvoorstel uitgaat om in de voorfase van een geschil de rechter om voorlopige bewijsverrichtingen te verzoeken, leidt volgens de NOvA juist eerder tot juridisering en escalatie van het geschil. Een toename van het beroep op de rechter in de voorfase is het onwenselijke gevolg.

De NOvA staat in beginsel positief tegenover de beoogde vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht. Ten opzichte van het conceptwetsvoorstel dat in 2018 ter consultatie is voorgelegd, bevat het huidige wetsvoorstel weliswaar een aantal verbeteringen maar zijn de eerder geuite bezwaren niet geheel weggenomen.

Meer informatie
Aanvullend advies wetsvoorstel vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht (3 september 2020)
Advies wetsvoorstel vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht (6 augustus 2018)

 

2020