Klacht over een advocaat

Een persoon die niet tevreden is over een advocaat kan dit op verschillende wijzen aanhangig maken en laten toetsen. In alle gevallen is het nuttig en aan te raden de ontevredenheid eerst te bespreken met de desbetreffende advocaat. Dit werkt vaak voor beiden verhelderend. De advocaat is er tenslotte ook bij gebaat de cliënt zo goed mogelijk bij te staan.

De Nederlandse orde van advocaten is zelf niet betrokken bij de inhoudelijke klachtbehandeling. Deze taken worden uitgevoerd door andere organisaties. Hieronder is het systeem van geschil- en klachtbehandeling weergegeven.

Kwestie en geschil over overeenkomst van opdracht
Als een rechtzoekende een advocaat inschakelt, dan er komt een overeenkomst van opdracht tot stand. Als een cliënt vervolgens ontevreden is over de totstandkoming en de uitvoering van de overeenkomst van opdracht, over de kwaliteit van de dienstverlening en/of over de hoogte van de declaratie, dan kan de cliënt dit kenbaar maken bij de advocaat / het advocatenkantoor.

Ieder advocatenkantoor moet een kantoorklachtenregeling hebben. Daarin liggen de procedure en werkwijze vast die de advocaat en het kantoor volgen als een cliënt een klacht indient.

Als cliënt en advocaat er niet uitkomen, dan wordt de kwestie een geschil. In dat geval kan het geschil aan een onafhankelijke instantie worden voorgelegd. Op grond van de Advocatenwet is dit de civiele rechter of een procedure van bindend advies of arbitrage. In de overeenkomst van opdracht is opgenomen welke onafhankelijke instantie bevoegd is.

Het is mogelijk dat in de overeenkomst van opdracht is opgenomen dat de Geschillencommissie Advocatuur bevoegd is. Dan geschiedt de geschilbeslechting volgens de procedure van bindend advies (consumenten) of arbitrage (zakelijk). 

Klacht bij vermoeden laakbaar handelen (tuchtklacht)
Alle advocaten moeten zich houden aan de kernwaarden en zich netjes gedragen. Als een advocaat zich niet houdt aan artikel 46 van de Advocatenwet (kort samengevat: voldoende zorg voor de cliënt betrachten, zich houden aan de Advocatenwet, de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme en verordeningen en zich betamelijk gedragen), kan er sprake zijn van laakbaar handelen en kan een tuchtklacht worden ingediend.

Een klacht kan worden ingediend bij de lokale orde van het arrondissement waar de advocaat kantoor houdt. De lokale deken zal eerst ten behoeve van de tuchtprocedure een vooronderzoek instellen en kijken of de klacht onderling is op te lossen.

Als de klacht onderling niet wordt opgelost of de klager is het niet eens met de conclusies van het vooronderzoek door de deken, dan kan klager eisen dat de klacht wordt doorgezet naar de raad van discipline. De deken is dan verplicht de klacht door te sturen naar de tuchtrechter. De klager moet dan wel griffierechten betalen.

Meer informatie op de website van de desbetreffende lokale Orde of de raden van discipline:

Klacht over de deken
Bij klachten over de deken is van belang de vraag in welke hoedanigheid de deken wordt aangesproken en waarop de klacht betrekking heeft. Aan de hand daarvan kunt u bepalen welke procedure u het beste kunt doorlopen:

1. De deken wordt niet als advocaat aangesproken, maar vanwege werkzaamheden die als deken worden verricht. Er zijn drie situaties mogelijk:
a. De deken treedt op als vooronderzoeker in een klacht over een advocaat. Als u niet tevreden bent over de inhoud of de uitkomst van het vooronderzoek van een klacht dat de deken naar een andere advocaat heeft, dan kunt u de deken verzoeken om de klacht door te sturen naar de raad van discipline (art. 46c, tweede tot en met vierde lid, van de Advocatenwet). De deken zal u dan een griffierecht van € 50 in rekening brengen, en na ontvangst daarvan uw klacht over de (andere) advocaat doorsturen naar de raad van discipline. Die kan vervolgens een oordeel geven over de klacht en het vooronderzoek.

b. Als u de deken heeft benaderd met een verzoek waarvoor u specifiek bij de deken moet zijn, dan treedt de deken niet op als advocaat, maar als bestuursorgaan. Als u niet tevreden bent over de gedragingen van de deken of zijn medewerkers, geldt de klachtprocedure van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze klacht moet onder deze vermelding worden ingediend bij het bestuursorgaan (de deken) zelf.

c. Het is mogelijk een tuchtklacht in te dienen tegen de deken. Het gaat dan om een klacht tegen de deken, die niet is opgetreden als advocaat, maar in de nevenfunctie van deken. In dat geval legt de tuchtrechter een andere maatstaf aan dan in artikel 46 van de Advocatenwet. Een dergelijke klacht kan worden ingediend bij het hof van discipline op grond van artikel 46c, vijfde lid, van de Advocatenwet, en volgt procedureel dezelfde route als een klacht onder 2.

2. De advocaat waarover wordt geklaagd is los van zijn werk als advocaat (toevallig) ook deken, maar treedt wel op als advocaat. In dat geval kan deze deken geen vooronderzoek naar zichzelf instellen en de klacht niet in ontvangst nemen. Daarom kan deze klacht worden ingestuurd bij het hof van discipline (art. 46c, vijfde lid, van de Advocatenwet). Het hof zal dan een andere deken aanwijzen om het vooronderzoek te doen. De rest van de procedure loopt hetzelfde als bij andere advocaten.