19dec

Uitspraak Europees Hof van Justitie over alternatieve bedrijfsstructuren

Het Europese Hof van Justitie (C295-23) heeft uitspraak gedaan in de zaak Halmer/BRAK. In deze zaak zijn prejudiciële vragen gesteld, die betrekking hebben op de vraag of het Duitse verbod voor niet-advocaten om aandelen of een andere vorm van kapitaalparticipatie te hebben in een advocatenkantoor in strijd is met het vrij verkeer van kapitaal en diensten. 

IStock-Europees Hof - 270pxHet hof oordeelt in de uitspraak dat een zuiver financiële belegger verboden kan worden om deel te nemen in het kapitaal van een advocatenvennootschap. Dit verbod is gerechtvaardigd om de onafhankelijkheid van advocaten te waarborgen. Het primaire motief van een zuiver financiële belegger of investeerder is gericht op winst. Voor de uitoefening van het beroep van advocaat is het van essentieel belang dat er geen belangenconflicten ontstaan tussen financieel belegger enerzijds en de advocaat anderzijds, waardoor de onafhankelijk van een advocaat naar zijn cliënt in het gedrang komt.  
 
In Nederland zijn kapitaaldeelnemingen door derden in advocatenkantoren in principe niet toegestaan (art. 5.7 en 5.8 Voda). In Engeland daarentegen is vreemd kapitaal wel toegestaan en zijn er beursgenoteerde advocatenkantoren zoals DWF Group. Privaty equity-investeerder Sun Capital is eigenaar van Fletcher Solicitors en ook een Brits supermarktbedrijf biedt met Co-op Legal Services juridische dienstverlening aan de consument aan.  
 
De NOvA zal de uitspraak van het Europees Hof van Justitie betrekken in een al eerder aangekondigd breder en verdiepend onderzoek, dat in 2025 zal worden verricht naar de reeds in Nederland bestaande alternatieve bedrijfsstructuren en hoe de advocatuurlijke kernwaarden daarin tot hun recht komen.   

2024