24-09-2021

Petra van Kampen oud - lid algemene raad NOvA

"Te koop: verschoningsrecht"

De demissionaire minister voor Rechtsbescherming (althans: het demissionaire kabinet) heeft na een jarenlang ‘njet’ besloten dat de gefinancierde rechtshulp 154 miljoen extra krijgt. Topidee. Tijdelijk dan, dat dan weer wel. Over vijf jaar moet die extra financiering voor een significant deel (90 miljoen) zijn overgenomen door de commerciële kantoren; die moeten geld in een sociaal fonds storten om hun collega’s te helpen (1). Dat is geen nieuw idee.

Grapperhaus, voorheen van een commercieel (Zuidas-)kantoor, roept het al jaren. Mooi geframed ook, door de minister. Het meer in balans brengen van profijt en professie. Noblesse oblige. Hoewel de meningen daarover verdeeld zijn, zal je mij (en vele andere – ook meer commercieel georiënteerde – advocaten) niet horen zeggen dat de advocatuur niets aan haar stand verplicht is. Integendeel. Het naleven van de kernwaarden van de advocaat, bijvoorbeeld. Je een slag in de rondte werken en vele uren maken die de overheid niet toevoegingswaardig vindt. Als commercieel kantoor kennis, informatiebronnen en licenties delen met sociale kantoren (2). Burgers bijstand verlenen tegen sterk gereduceerde tarieven als die burger (net) niet in aanmerking komt voor gefinancierde rechtsbijstand. In sommige gevallen gewoon gratis rechtsbijstand verlenen. De eigen bijdrage die de burger in de regel aan zijn advocaat moet betalen bij gefinancierde rechtsbijstand niet innen; is niet de bedoeling – van de overheid – maar hele volksstammen van advocaten doen het. Want ja, 875 euro (de hoogste eigen bijdrage) is ook al veel geld. De laagste eigen bijdrage (208 euro) is overigens zeker ook niet altijd op te brengen.

Noblesse oblige. Vrij vertaald in deze context: rijkdom onder advocaten verplicht hen minder draagkrachtige collega-advocaten financieel te ondersteunen door het oprichten en onderhouden van een sociaal fonds. Wacht, even terug: gefinancierde rechtsbijstand is een overheidstaak, toch? (3) Zeker. De overheid financiert de rechtshulp aan minder vermogende burgers uit de algemene middelen; uit de belastingen, zeg maar. In een progressief belastingstelsel betalen advocaten die meer verdienen, meer belasting, toch? Als dat niet zo is, dan moet er wellicht nog eens goed gekeken worden naar dat progressieve stelsel. Maar hoe dan ook: topidee, dat de financieel sterkste schouders meer financiële lasten behoren te dragen. Revolutionair ook, voor een minister van VVD-signatuur.

Oh, maar zo was het ook niet bedoeld, zegt u? Het is niet de bedoeling dat iedereen gaat bijdragen aan het juridisch welbevinden van mensen in deze samenleving die het minder goed getroffen hebben? Alleen advocaten voor advocaten? Dus we doorbreken de solidariteitsgedachte? Ja, dat klinkt inderdaad meer als een voorstel van een VVD-minister. Maar waarom dan alleen advocaten voor advocaten? En niet ook de rijke supermarktketen die geld afdraagt of een sociaal fonds opricht voor de buurtsuper op de hoek? Of de succesvolle belegger in vastgoed die de sociale woningbouw financieel ondersteunt? Of breder: rijke bedrijven die geld afdragen voor minder bedeelde bedrijven? Oh wacht, dat zijn allemaal geen professies.

Maar waarom is die professie (van advocaat) eigenlijk van belang? Omdat advocaten een procesmonopolie en een verschoningsrecht hebben; quid pro quo, bedoelt u? Ja, dat past inderdaad beter bij het (wereld)beeld van een VVD-minister. Voor wat hoort wat. Jij hebt een proces- en verschoningsrecht en daarom moet jij, als je een dikker belegde boterham verdient, financieel (extra) bijdragen aan het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. En als je daar je bedenkingen bij hebt, dan moeten we eens serieus gaan nadenken over die rechten. Misschien is er wel iemand anders die wel bereid is daarvoor te betalen. Of meer te betalen. Ik zie opeens een prachtige businesscase voor (onder meer) accountantskantoren. Bonusaanbiedingen. Twee voor de prijs van een. Topidee.

Maar wacht: commerciële kantoren, advocaten met een dik(ker) belegde boterham? Wat verstaat de minister daar precies onder? Zuidas-kantoren en -advocaten? De verhuizing van De Brauw krijgt opeens een hele nieuwe dimensie :-) Of gewoon: alle advocaten(kantoren) die een bepaalde omzet of winst maken? Interessant. De landsadvocaat is ook een commercieel kantoor toch, waar advocaten hun boterhammetjes verdienen vanwege de aan hun vak verbonden privileges, veelal in opdracht van de overheid? Profijt en professie: betalen dus. Ook een topidee. Ik heb sowieso al nooit begrepen waarom de overheid meent dat de advocaten die haar bijstaan, een dikker belegde boterham mogen/kunnen verdienen dan de advocaten die de burger in datzelfde rechtsgeding bijstaan. Dat is toch een beetje gek.

Maar als de landsadvocaat als commercieel kantoor met een dikker belegde, door diezelfde overheid betaalde, boterham (4) moet gaan meebetalen aan het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand, is dat dan niet een beetje ‘vestzak broekzak’-verhaal? We kunnen het ook gewoon plat slaan en bepalen dat de overheid die de landsadvocaat inschakelt het moet doen met het budget dat beschikbaar is voor advocaten die in diezelfde procedures de burger bijstaan. Scheelt miljoenen. Die kunnen dan rechtstreeks naar het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. Topidee. Heb je geen twee kabinetsperiodes voor nodig. Kun je morgen mee beginnen. Noblesse oblige.

1 Zie ‘Minister Dekker: ‘Laat commerciële kantoren ook bijdragen aan de sociale advocatuur’, De Volkskrant 21 september 2021.

2 Vgl. ‘Grote kantoren kunnen sociale advocaten heus vooruit helpen’, opinie Diana de Wolff in NRC 22 september 2021.

3 Zie art . 18 lid 2 Grondwet: ‘De wet stelt regels omtrent het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen’.

4 Het gaat mij niet om de landsadvocaat en ook niet om de vraag wat de advocaten daar verdienen. Ook de advocaten bij de landsadvocaat dragen hun steentje bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals vele andere advocaten bij commerciële kantoren, die (bovendien) menen dat noblesse oblige ook betekent dat je dat gewoon doet en daar niet mee te koop gaat lopen of het primair voor publicitaire (commerciële) doeleinden inzet.