Toegelaten vrije beroepen

Het is slechts in beperkte mate mogelijk dat de advocaat een samenwerkingsverband aangaat met niet-advocaten. Slechts met toegelaten vrije beroepen is dit mogelijk (artikel 5.4, eerste lid, onderdeel c, van de Verordening op de advocatuur).

Toegelaten vrije beroepen zijn:

  • leden van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie;
  • leden van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs;
  • leden van de Orde van Octrooigemachtigden;
  • universitair geschoolde leden van het Register Belastingadviseurs.

De regels beogen de onafhankelijkheid van de advocaat te waarborgen. De onafhankelijkheid kan immers onder druk komen te staan als de zeggenschap door, of de praktijk voor rekening en risico van, een niet-advocaat wordt gevoerd. Deze niet-advocaat is immers niet gebonden aan de kernwaarden, is niet genormeerd door regelgeving, valt niet onder toezicht en kan tuchtrechtelijk niet worden aangesproken.

Dat ligt anders bij toegelaten vrije beroepen, zoals notarissen, belastingadviseurs en octrooigemachtigden, waardoor deze samenwerkingsverbanden wel zijn toegestaan. Deze toegelaten vrije beroepen zijn immers onderworpen aan het tuchtrecht, vergelijkbaar met dat van de advocaat. Verder brengt de samenwerking met deze toegelaten vrije beroepen de vrijheid en onafhankelijkheid van de advocaat, met inbegrip van de partijdige belangenbehartiging en de daarmee samenhangende vertrouwensrelatie, niet in gevaar. Voor de uitoefening van het beroep is een academische of daarmee gelijk te stellen opleiding vereist. De toegelaten vrije beroepen oefenen alle in enigerlei vorm de rechtspraktijk uit. Onder rechtspraktijk wordt mede verstaan de advisering door belastingadviseurs.