22sep

CCBE luidt noodklok over inperken beroepsgeheim advocatuur

De Europese Balie, de stem van ruim 1 miljoen Europese advocaten, luidt de noodklok over pogingen van Europese regeringen om het beroepsgeheim van advocaten in te perken.

The Council of Bars and Law Societies of Europe (CCBE) uit in een stevig statement haar zorgen over ongefundeerde geluiden dat advocaten hun beroepsgeheim zouden misbruiken. De Nederlandse orde van advocaten (NOvA), de beroepsorganisatie voor Nederlandse advocaten, spreekt haar steun uit voor de actie van de CCBE. “Ook in Nederland wordt met regelmaat aan de poten van het beroepsgeheim gezaagd”, aldus Bart van Tongeren, algemeen deken van de NOvA.

Het Openbaar Ministerie heeft al meerdere keren gepleit voor een inperking van het beroepsgeheim. De opsporing zou er last van hebben dat wat advocaten bespreken met hun cliënten, geheim moet blijven; daardoor zou veel fraude onbestraft blijven. “Wat vergeten wordt, is dat het beroepsgeheim bestaat in het belang van de cliënt en van de rechtsstaat. Het is géén privilege ten dienste van de advocaat”, benadrukt Van Tongeren. “Geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht vormen het fundament onder het recht op een eerlijk proces. Elke burger, ook een verdachte moet volledig en in vertrouwen kunnen praten met zijn advocaat, om zijn of haar rechtspositie te kunnen bepalen en zonder bang te zijn dat dit later tegen je kan worden gebruikt.”

Een andere meer recente poging om het beroepsgeheim in te perken, zijn de voornemens van demissionair staatssecretaris Wiebes van Financiën met betrekking tot de aanpak van internationale belastingontduiking. Eén van de maatregelen die Wiebes voorstelt, is aanpassing van het ‘fiscaal verschoningsrecht’ van advocaten en notarissen. Dat verschoningsrecht is nu ‘te ongericht’ volgens Wiebes; het is onduidelijk welke informatie advocaten en notarissen over cliënten met de fiscus moeten delen, en dat is volgens Wiebes een probleem. “Waarom zou de Belastingdienst informatie die ze zelf kennelijk niet via de reguliere en wettelijke begrensde weg te pakken krijgt, ‘via de achterdeur’ bij de advocaat mogen ophalen?”, vraagt Van Tongeren zich af. “Wat bedoelt de staatssecretaris eigenlijk met ‘fiscaal verschoningsrecht’? Dat bestáát helemaal niet: iedere advocaat kan zich verschonen, of hij nou civielrechtelijke, straf- of belastingzaken doet.”

De NOvA wijst er wel op dat het beroepsgeheim in Nederland niet absoluut is. Maar slechts onder zeer uitzonderlijke omstandigheden wijkt de vertrouwelijkheid tussen advocaat en cliënt. De hoofdregel is: geheim is geheim. Dat is ook de lijn van de Hoge Raad, die de uitzonderingen daarop zeer zorgvuldig bewaakt. “Wij leven in een rechtsstaat en dan bepaalt de rechter de reikwijdte van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht, niemand anders”, aldus Van Tongeren.

2017