30aug

Dekenappel gegrond in zaak misbruik geheimhoudertelefoon

Het hof van discipline heeft in hoger beroep uitspraak gedaan inzake een advocaat die haar geheimhoudertelefoon aan een derde ter beschikking stelde. In deze zaak oordeelde de raad van discipline dat er in strijd met de Verordening op de nummerherkenning is gehandeld en legde een waarschuwing op.

Na het instellen van het dekenappel door de algemeen deken en het hoger beroep van de deken Noord-Holland heeft het hof van discipline opnieuw naar de zaak gekeken. De advocaat heeft met haar handelen de kernwaarde integriteit in ernstige mate geschonden. Bovendien heeft de advocaat in strijd gehandeld met artikel 7 lid 1 Verordening op de nummerherkenning (oud; nu artikel 6.11 lid 3 Verordening op de advocatuur). Het hof legt de maatregel op van schorsing in uitoefening van de praktijk voor de duur van twee maanden waarvan één maand voorwaardelijk.

Geheimhoudertelefoon iStock-155378635Algemeen deken Johan Rijlaarsdam: “Ik heb via het ingestelde dekenappel het hof van discipline gevraagd opnieuw naar de kwestie te kijken. Het is een duidelijk oordeel van het hof: eens en temeer is duidelijk dat de geheimhoudertelefoon er slechts is voor het gesprek tussen cliënt en advocaat. Geef je je geheimhoudertelefoon uit handen, zoals in dit geval aan een verdachte, dan is dat tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daar hoort een passende tuchtrechtelijke maatregel bij.”

Nummerherkenning
Rechtzoekenden moeten te allen tijde vrijuit en vertrouwelijk kunnen spreken met hun advocaat. Om te zorgen dat telefoongesprekken tussen cliënten en advocaten niet worden afgeluisterd, is het systeem van nummerherkenning geïntroduceerd. Dit systeem zorgt ervoor dat nummers van advocaten automatisch worden herkend en niet worden afgeluisterd. De NOvA hecht groot belang aan een betrouwbaar en veilig nummerherkenningssysteem en een integer gebruik daarvan door advocaten.

 

2019