14-06-2022

Sanne van Oers lid algemene raad NOvA

"Boven de grens"

In onze rechtsstaat moet de deur naar het recht voor iedereen open staan. De afgelopen tien jaar is de aandacht van de NOvA daarbij vaak gericht geweest op de gefinancierde rechtsbijstand. Dat was hard nodig, want de toegang tot het recht stond ernstig op de tocht.

Sociaal advocaten konden van de te lage vergoedingen hun praktijk niet meer draaien. Mede dankzij de inzet van de NOvA zijn de vergoedingen opgetrokken naar een reëler niveau, conform de aanbevelingen van de commissie Van der Meer. Dat is een heuglijk feit, juist ook voor de groep rechtzoekenden die op basis van een toevoeging toegang tot het recht zoekt. De NOvA zal aandacht blijven vragen voor het structurele karakter van broodnodige verbeteringen voor rechtzoekenden èn sociaal advocaat. Met de verhoging van de vergoedingen zijn immers nog niet alle aandachtspunten opgelost.

Naast aandacht voor rechtzoekenden met de kleinste beurs, gaat de NOvA de focus verbreden naar de groep rechtzoekenden die boven de toevoegingsgrens zit. Kom je net boven die grens uit en heb je een advocaat nodig, dan zijn de kosten voor eigen rekening. Mijn kantoor in Nijmegen werkt voor rechtzoekenden die recht hebben op een toevoeging en voor de groep die daar net boven zit. Ik weet dan ook uit eigen ervaring dat ook rechtzoekenden in het middensegment vaak moeite hebben om juridische bijstand te betalen. Mijn kantoor speelt, naast vele collega-advocaten, daar bijvoorbeeld op in met gematigde tarieven voor particulieren en afspraken op maat. De inmiddels torenhoog opgelopen inflatie – consumentengoederen en -diensten zijn in april 9,6% duurder geworden dan een jaar geleden (cijfers CBS) – raakt ook de groep net boven de grens (alleenstaanden met een inkomen boven 29.400 euro en ‘met partner’ 41.600 euro) hard in de portemonnee. In dit middensegment van de advocatenmarkt mogen de rechtsbijstandsverzekeraars bovendien sinds vorig jaar, op basis van een experimentele regeling, ook niet-verzekerden bijstaan. Alle reden dus voor de NOvA om in het belang van een goede rechtsbedeling de aandacht uit te breiden met de groep ‘toevoeging-plus’. Wat heeft de advocatuur deze groep te bieden en wat kan de rol van de NOvA daarbij zijn?

De NOvA wil daarover graag in gesprek komen met advocaten die diensten verlenen aan rechtzoekenden boven de toevoegingsgrens én met toevoegingsadvocaten die deze groep niet bereiken. Op het moment dat dit Advocatenblad bij u op de (digitale) deurmat valt heeft u de uitnodiging voor deze bijeenkomst (dinsdagavond 14 juni bij de NOvA in Den Haag) al via het Ordebericht ontvangen. Ook vanaf deze plaats nodig ik u van harte uit voor dit gesprek. Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de ACM, start de avond met een prikkelend betoog. Daarna horen we graag uw ideeën om de groep toevoeging-plus betere toegang tot rechtsbijstand te bieden, welke innovaties voor u al gemeengoed zijn in uw praktijk, of u daarbij tegen belemmeringen aanloopt en zo ja, welke dat zijn. Ik kijk uit naar een inspirerend gesprek met u.