08-10-2018

Frans Knüppe oud - algemeen deken NOvA

"Europa"

Geregeld reis ik naar Brussel om de NOvA te vertegenwoordigen bij de Council of Bars and Law Societies of Europe (CCBE). Net als de nationale balies van alle EU-lidstaten en EFTA-landen is de NOvA lid van deze vereniging van Europese balies.

Zelf heb ik als advocaat veel met ‘Europa’. Zo houd ik me in mijn praktijk bezig met internationaal en Europees handels-, ondernemings- en vennootschapsrecht. Ook was ik namens mijn kantoor Dirkzwager zes jaar voorzitter van het internationale kantorennetwerk TELFA. Ik besef dat die internationale affiniteit lang niet voor alle 17.500 Nederlandse advocaten geldt. Velen van u werken alleen binnen de landsgrenzen en als beroepsgroep is elke advocaat in de eerste plaats gebonden aan nationale regels. Waarom is het dan toch belangrijk dat de CCBE er is en dat de NOvA er lid van is?

Veel ontwikkelingen waar de advocatuur in ons land mee te maken heeft, zijn ook relevant in de landen om ons heen. Zo hebben alle balies in meer of mindere mate te maken met de opkomst van online platforms. Of neem de discussie over de gefinancierde rechtsbijstand, die zeker niet alleen in Nederland woedt. Bij het beantwoorden van de vraag hoe met beleidsonderwerpen om te gaan, wordt steeds vaker de vraag gesteld hoe het in andere landen is geregeld. ‘Brussel’ biedt bij uitstek een platform voor discussie over best practices en het uitwisselen van informatie en ervaring. Ook publiceert de CCBE gezamenlijke uitgangspunten die wij weer kunnen gebruiken in onze nationale beleidsvorming.

Daarnaast zet de CCBE zich op Europees niveau in voor een goede rechtsbedeling ten behoeve van rechtzoekenden en de rol van de advocatuur in dat verband. Denk bijvoorbeeld aan het behoud van de bijzondere positie van de advocaat, of aan het belang van het verschoningsrecht. Zo luidde de CCBE vorig jaar de noodklok over pogingen van Europese regeringen om het beroepsgeheim van advocaten in te perken, iets waar wij in Nederland ook mee te maken hebben. Verder draagt de CCBE het belang van een onafhankelijke advocatuur in de rechtsstaat uit en probeert het waar nodig een juist beeld te geven over de advocatuur. Desgewenst spreekt de CCBE zich ook uit over ontwikkelingen in lidstaten die aandacht verdienen. Zo heeft de CCBE de NOvA nadrukkelijk gesteund in de toezichtdiscussie. En recentelijk nog sprak de CCBE haar zorgen uit over de alarmerende situatie ten aanzien van de rechtsstaat in Polen.

Al met al een duidelijke toegevoegde waarde voor de NOvA en de Nederlandse advocatuur. Daarom heeft de algemene raad sinds enkele jaren de Europese inzet versterkt. Via onze CCBE-delegatie, waar ik deel van uitmaak, maar ook met de inzet van advocaat-experts op specifieke onderwerpen. Daarbij richten we ons met name op voor de NOvA relevante dossiers – zoals ‘legal privilege’ en ‘access to justice’ – waardoor de CCBE-publicaties voor ons nog beter bruikbaar zijn. Bovendien zetten we in op een zo efficiënt en effectief mogelijke besteding van de lidmaatschapsgelden. Daarom ben ik onlangs toegetreden tot de Finance Committee die de financiën van de CCBE monitort en daarmee ook invloed uitoefent op de beleidskeuzes. Zo krijgen we als NOvA dus ook meer mogelijkheden om mede de koers van de CCBE te bepalen.

Voor velen van u is de CCBE wellicht ver van het bed. Hopelijk heb ik die afstand iets weten te verkleinen.