25-01-2021

Esther van den Bosch Beleidsadviseur straf(proces)recht NOvA

"Noodmaatregelen"

COVID-19 richt wereldwijd veel schade aan. In de hoop de crisis snel achter ons te kunnen laten worden er ingrijpende maatregelen getroffen. Maatregelen die onze rechten inperken. Eén ding weten we gelukkig zeker, en dat is dat deze noodmaatregelen tijdelijk zijn.

Ook in de strafrechtspleging zijn in coronatijd ingrijpende beslissingen genomen. Gerechten moesten tijdelijk sluiten. Om de achterstanden die daardoor zijn ontstaan weg te werken doet het Openbaar Ministerie strafzaken vaker zelf af, zonder tussenkomst van een rechter (en helaas nog vaak zonder rechtsbijstand). Zaken waar normaal drie rechters naar keken worden door één rechter behandeld - als je pech hebt ook in hoger beroep. En nog steeds worden veel zaken per video behandeld, met een verdachte die op afstand de behandeling van zijn eigen zaak moet volgen. Eind 2021 zouden de corona-achterstanden op deze manier moeten zijn verdwenen.

Kennelijk waren deze maatregelen nodig om te voorkomen dat het systeem definitief zou vastlopen. Dat lijkt te slagen, althans, volgens de recente berichtgeving van de Rechtspraak slinken de achterstanden behoorlijk. De getroffen maatregelen lijken in die zin dus effectief. Maar daarmee zijn we er niet. Achterstanden in het strafrecht zijn niet bepaald nieuw. Al veel langer zijn er zaken waarin het jaren duurt voordat er een einduitspraak volgt, of die voorgoed op een stoffige plank blijven liggen. Die bestaande achterstanden zijn straks niet weg, de oorzaak is niet aangepakt. En noodmaatregelen zijn er niet om blijvend gemaakt worden, hoe efficiënt ze ook zijn. Zeker niet als daardoor een effectieve verdediging beperkt wordt. Er zullen dus structurele plannen gemaakt moeten worden om de problemen in de strafrechtspleging aan te pakken. Plannen die niet alleen de efficiency vergroten, maar die tegelijkertijd ook de rechtsbescherming in voldoende mate waarborgen. 

Een aantal organisaties, waaronder politie, OM en de Rechtspraak, lanceerde eind vorig jaar het Actieplan strafrechtketen. Hiermee zou de komende jaren een extra impuls moeten worden gegeven aan versnelling van doorlooptijden en daarmee ook het terugdringen van voorraden. Omdat de ervaring ook hier weer leert dat de advocatuur pas betrokken wordt als plannen (nagenoeg) gereed zijn doe ik hier nog maar eens een aanbod vanuit de advocatuur om mee te denken over hoe het post-corona beter kan, met voldoende aandacht voor de rechtsbescherming.

* Gebruik de lessons learned uit de crisis, maar durf ook grenzen te trekken

Iedereen kan zien dat het efficiënter is om maar een derde van het aantal rechters voor een zaak in te zetten, of alleen een Officier van Justitie. Om gedetineerden niet meer met busjes en bewaking van en naar de rechtbank te hoeven brengen, maar ze in de gevangenis achter een videocamera te zetten. Als tijdelijke noodmaatregel vallen dergelijke keuzes voor de niet-inhoudelijke behandeling van onderdelen van zaken wellicht nog te verdedigen. Maar we moeten ervoor waken dat efficiency straks de nieuwe norm wordt. Overigens is het nog maar zeer de vraag of het wel zo ‘efficiënt’ is om het niveau van rechtsbescherming van burgers in zaken tegen de overheid verder omlaag te brengen. Als de toegang tot het recht wordt beperkt brengt dat uiteindelijk veel schade toe aan de maatschappij als geheel.

We kunnen uiteraard leren van de afgelopen tijd. Gebleken is dat telehoren grote voordelen kan hebben, voor alle betrokkenen. De ervaring leert echter ook dat de verbindingen nog lang niet optimaal zijn en dat verdachten die via video aanwezig zijn vaak niet goed kunnen zien of horen wat er in de zittingszaal gebeurt, of wie er tegen hen praat. Willen we in de toekomst vaker gebruikmaken van videoverbindingen in het strafproces dan dient daar verbetering in te komen. Door in die kwaliteit te investeren wordt telehoren aantrekkelijker gemaakt, en zal er in de toekomst vermoedelijk vaker vrijwillig gebruik van worden gemaakt. Die vrijwilligheid is van cruciaal belang. Dat het instemmingsvereiste voor videoconferencing in de coronawetgeving is losgelaten, was bedoeld als noodmaatregel. Zo lang de gerechten dicht of beperkt open zijn is het voorstelbaar dat geen instemming van de verdachte hoeft te worden gevraagd om een zaak op afstand te behandelen. Maar ook deze maatregel is niet voor niets tijdelijk: uiteindelijk moeten we weer terug naar de situatie waarin fysieke aanwezigheid de regel is en behandeling op afstand alleen mogelijk als alle procespartijen daarmee instemmen.

* Zoek vaker afstemming met de verdediging

Agendaproblemen, het laat opgeven van onderzoekswensen: vertraging in het strafproces wordt niet zelden in de schoenen van de verdediging geschoven. Wie beter kijkt ziet dat het actief zoeken van afstemming met de verdediging, bijvoorbeeld over het plannen van een zaak, veel vertraging kan voorkomen. Net als het tijdig verstrekken van stukken trouwens. Hiervoor is een cultuurverandering nodig. Maar er is hoop: tijdens de crisis lijkt het zoeken van afstemming net iets soepeler te gaan dan daarvoor. Maak daar een gewoonte van.

* Investeer in alle onderdelen van de strafrechtspleging

Vrijwel alle spelers in de strafrechtspleging, niet in de laatste plaats de sociale advocatuur, hebben de afgelopen jaren te maken gekregen met bezuinigingen. De rek is er volledig uit. Om dit proces te keren zijn investeringen nodig. Het wordt tijd dat het nieuwe kabinet uitstraalt hoe belangrijk en onmisbaar die investeringen zijn, dat ze veel meer zijn dan een kostenpost. Zoals de commissie Van den Emster in 2017 schreef: “Om ervoor te zorgen dat de strafrechtketen de ontwikkelingen in de criminaliteit kan bijhouden en ook in de toekomst het vertrouwen van de burger waard is, is een verdere substantiële en structurele versterking van de strafrechtspleging nodig aan de hand van een ambitieuze investeringsagenda. Die betaalt zich terug in een samenleving waarin recht, vrijheid en veiligheid worden gewaarborgd door een effectieve strafrechtspleging. Niet alleen zijn investeringen nodig in politie, OM en Rechtspraak, maar ook bij de overige partners in de strafrechtketen, inclusief executie en rechtsbijstand.”

Noodmaatregelen zijn niet voor niets tijdelijk, niemand wil een permanente avondklok. Het is tijd voor een structurele, verantwoorde aanpak van de problemen in de strafrechtketen. Investeringen zijn daarbij onvermijdelijk - ook in de rechtsbijstand die met betrekking tot de financiering al zo lang een sluitpost is. Het is het waard en het betaalt zichzelf op termijn terug.