-
Actueel: veelgestelde vragen over diverse onderwerpen m.b.t. het coronavirus
-
1. Kan ik intervisiebijeenkomsten waar ik voor 1 maart 2020 aan heb deelgenomen, laten meetellen voor de kwaliteitstoetsen?
In het kader van een soepele implementatie met betrekking tot de kwaliteitstoetsen hebben de lokale dekens op 4 maart 2020 besloten dat de activiteiten die in dit kader tussen 1 januari en 1 maart 2020 hebben plaatsgevonden en voldoen aan de eisen gesteld in de Verordening op de advocatuur mee mogen tellen met de verplichting volgend uit de Wijzigingsverordening kwaliteitstoetsen.
-
2. Hoe luidt het nieuwe artikel 26 Advocatenwet?
Naar verwachting luidt Artikel 26 Advocatenwet:
1. De algemene raad is verantwoordelijk voor het uitvoeren van kwaliteitstoetsen bij advocaten. De kwaliteitstoetsen worden verricht door deskundigen die zijn aangewezen door de algemene raad.
2. Op het verrichten van de kwaliteitstoetsen en de krachtens het eerste lid aangewezen deskundigen zijn de artikelen 5:12, 5:13, 5:14, 5:15, eerste en derde lid, 5:16, 5:17 en 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing. Bij het opdragen van een kwaliteitstoets bepaalt de algemene raad over welke bevoegdheden als bedoeld in de eerste volzin de aangewezen deskundigen beschikken.
3. Bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming kunnen worden verwerkt door de krachtens het eerste lid aangewezen deskundigen, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de doelmatige en doeltreffende uitvoering van kwaliteitstoetsen.
4. Ten behoeve van het verrichten van de kwaliteitstoetsen door de aangewezen deskundigen, bedoeld in het eerste lid, zijn de advocaat, zijn medewerkers en personeel, alsmede andere personen die betrokken zijn bij de beroepsuitoefening, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 11a. In dat geval geldt voor de betrokken aangewezen deskundigen een geheimhoudingsplicht, gelijk aan die bedoeld in artikel 11a, en is artikel 218 van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing.
5. Bij of krachtens verordening als bedoeld in artikel 28, eerste lid, worden nadere regels gesteld betreffende het verrichten van de kwaliteitstoetsen. -
3. Kan ik opleidingspunten behalen met intervisie, peer review of gestructureerd intercollegiaal overleg?
Op grond van de huidige regelgeving (artikel 14 van de Regeling op de advocatuur) kunnen advocaten opleidingspunten halen door middel van peer review en intervisie, gedurende een uur, met ten hoogste vier punten per dag.
Voor intervisie geldt dat:
a) deze plaatsvindt in een groep van ten minste drie en ten hoogste tien personen;
b) de deelnemers één of meer dilemma’s inbrengen;
c) de deelnemers de regels vaststellen voor de geheimhouding van hetgeen tijdens intervisie wordt besproken;
d) de intervisie plaatsvindt onder begeleiding van een gespreksleider;
e) de gespreksleider een cursus heeft gevolgd op het gebied van gespreksleiding voor intervisie bestaande uit minimaal twee dagdelen en een terugkombijeenkomst; en
f) de gespreksleider en de deelnemers een bewijs van deelname kunnen overleggen.Voor peer review zijn in de huidige regeling geen nadere vereisten gesteld. Na inwerkingtreding van de Wetswijziging kwaliteitstoetsen gelden de volgende vereisten:
a) de peer review wordt uitgevoerd door een reviewer die werkzaam is op hetzelfde rechtsgebied of dezelfde rechtsgebieden als de gereviewde advocaat;
b) de advocaat en de reviewer reviewen elkaar niet over en weer;
c) de advocaat en de reviewer bespreken voorafgaand aan de review de reikwijdte van de geheimhouding van hetgeen tijdens de review wordt besproken of wordt ingezien;
d) voorafgaand aan de peer review voert de advocaat een zelfevaluatie uit ter voorbereiding op de review;
e) de review omvat ten minste vijf dossiers die door de reviewer worden geselecteerd in overleg met de advocaat;
f) de review wordt afgesloten door een gesprek tussen de reviewer en de advocaat; en
g) de reviewer bevestigt in een verslag dat peer review heeft plaatsgevonden met een korte, niet inhoudelijke, omschrijving van hetgeen aan de orde is gekomenMet gestructureerd intercollegiaal overleg kunnen advocaten op dit moment geen opleidingspunten behalen en na inwerkingtreding van de Wetswijziging ook niet.
-
4. Met ingang van wanneer wordt het verplicht om deel te nemen aan de kwaliteitstoetsen?
Het gewijzigde artikel 26 Advocatenwet en de Wijzigingsverordening kwaliteitstoetsen treden in werking met ingang van 1 maart 2020. Vanaf die datum zijn advocaten jaarlijks gehouden te voldoen aan de kwaliteitstoetsen. Er geldt geen pro rata regeling. De verplichting voor stagiaires en herintreders gaat in het kalenderjaar volgend op de onvoorwaardelijke inschrijving op het tableau. Wel kunnen zij vrijwillig eerder deelnemen aan kwaliteitstoetsen.
-
5. Waaruit bestaan de kwaliteitstoetsen?
De kwaliteitstoetsen bestaan uit de verplichting deel te nemen aan gestructureerde feedback.
Er kan gekozen worden uit drie vormen van gestructureerde feedback, namelijk intervisie, peer review en gestructureerd intercollegiaal overleg. -
6. Op wie rust de verplichting deel te nemen aan de kwaliteitstoetsen?
Alle advocaten zijn verplicht ieder kalenderjaar, en voor het eerst het kalenderjaar volgend op de onvoorwaardelijke inschrijving op het tableau, deel te nemen aan de kwaliteitstoetsen.
-
7. Wat zijn de vereisten voor gestructureerde feedback?
-
8. Krijgt de deelnemer opleidingspunten voor deelname aan de kwaliteitstoetsen?
De advocaat behaalt één niet-juridisch opleidingspunt voor ieder heel uur dat hij heeft deelgenomen aan de kwaliteitstoetsen in de vorm van:
intervisie met ten hoogste vier punten per jaar;
peer review met ten hoogste vier punten per jaar.
Aan gestructureerd intercollegiaal overleg mogen geen punten toegekend worden.Indien aan zowel intervisie als peer review wordt deelgenomen, kunnen punten voor beide vormen worden opgevoerd met een maximum per vorm van vier punten per jaar.
-
9. Krijgt de gespreksleider/reviewer opleidingspunten voor gestructureerde feedback?
Voor de reviewer en de gespreksleider geldt dat voor ieder heel uur dat intervisie of peer review wordt gegeven één niet-juridisch punt kan worden opgevoerd met een maximum van vier uur per jaar.
-
10. Voldoe ik aan de vereisten van de kwaliteitstoetsen als ik alleen optreed als gespreksleider/reviewer en dus niet ook deelneem aan een van de vormen van gestructureerde feedback?
U voldoet dan niet aan de vereisten van de kwaliteitstoetsen. De kwaliteitstoetsen houden in dat u verplicht bent deel te nemen aan een van de drie vormen van gestructureerde feedback. Met het geven van gestructureerde feedback voldoet u niet aan de vereisten om deel te nemen aan kwaliteitstoetsen.
-
11. Voldoe ik aan de vereisten van de kwaliteitstoetsen als ik optreed als begeleider van gestructureerd intercollegiaal overleg?
Ja, u voldoet als begeleider van gestructureerd intercollegiaal overleg aan de vereisten van de kwaliteitstoetsen. Als begeleider zorgt u voor de procesmatige organisatie van het overleg, waaronder de uitgifte van de bewijzen van deelname aan alle deelnemers, onder wie uzelf.
-
12. Is het mogelijk vormen van gestructureerde feedback te combineren?
Aan de verplichting kan niet worden voldaan door de verschillende vormen zodanig te combineren dat niet minimaal aan de verplichtingen van één van de twee vormen wordt voldaan. Met andere woorden: voor de verplichting inzake kwaliteitstoetsen kan twee uur peer review niet worden aangevuld met zes uur intervisie. Na vier uur peer review is voldaan aan de eis, waarna uiteraard aanvullend aan bijvoorbeeld intervisie kan worden deelgenomen.
Een alternatief voor de verplichting is het deelnemen aan gestructureerd intercollegiaal overleg gedurende acht uur per jaar. Ook voor deze vorm geldt dat deze vorm niet kan worden gecombineerd met de vormen zodanig dat nog niet aan de minimale uren eis is voldaan. Met andere woorden: voor het alternatief van gestructureerd intercollegiaal overleg kan 6 uur intercollegiaal overleg niet worden aangevuld met twee uur peer review. Na acht uur gestructureerd intercollegiaal overleg is voldaan aan het alternatief, waarna uiteraard aanvullend aan bijvoorbeeld intervisie kan worden deelgenomen.
-
13. Wanneer kan ik mij als gespreksleider intervisie of reviewer laten registreren bij de algemene raad?
Vanaf 1 maart 2020 kan een verzoek voor registratie van gespreksleider of reviewer bij de NOvA worden ingediend. Indien voldaan is aan de vereisten zal registratie zo spoedig mogelijk volgen voor een periode van vijf jaar.
-
14. Waar kan ik informatie over een cursus gespreksleider intervisie vinden?
Via de zoekmachine Erkend Cursusaanbod Advocatuur. Voor het volgen van een cursus kunt u zich ook wenden tot andere dan de erkende opleidingsinstellingen.
NB. Zorgt u er wel voor dat u zeker weet dat de cursus voldoet aan de vereisten die aan de kwaliteitstoetsen gesteld worden. Als de cursus namelijk niet voldoet aan de vereisten kan deze niet meetellen voor de kwaliteitstoetsen.
-
15. Hoe toon ik aan dat ik voldoe aan de vereisten met betrekking tot de kwaliteitstoetsen?
Voor intervisie geldt dat de gespreksleider ieders deelname in een bewijs van deelname met een korte, niet inhoudelijke, omschrijving van hetgeen aan de orde is gekomen bevestigt.
De gespreksleider kan hiervoor het voorbeeld bewijs van deelname intervisie gebruiken.Voor peer review geldt dat de reviewer in een verslag bevestigt dat peer review heeft plaatsgevonden met een korte, niet inhoudelijke, omschrijving van hetgeen aan de orde is gekomen.
De reviewer kan hiervoor het voorbeeld verslag van peer review gebruiken.Voor intercollegiaal overleg geldt dat de begeleider ieders deelname bevestigt in een bewijs van deelname met een korte, niet inhoudelijke, omschrijving van hetgeen aan de orde is gekomen.
De begeleider kan hiervoor het voorbeeld bewijs van deelname intercollegiaal overleg gebruiken. -
16. Wat houdt het vereiste 'werkzaam zijn op dezelfde rechtsgebieden' in bij de kwaliteitstoetsen?
Bij het samenstellen van de groep is het goed dat gekeken wordt op welke rechtsgebieden de verschillende advocaten werkzaam zijn zodat dilemma’s die betrekking hebben op de praktijkvoering met de verschillende deelnemers zo goed mogelijk besproken kunnen worden. Advocaten kunnen zelf bepalen welke indeling van rechtsgebieden daarbij wordt gehanteerd, zolang de keuze voor de verschillende rechtsgebieden kan worden beargumenteerd. Daarbij hoeft de indeling van het rechtsgebiedenregister niet te worden aangehouden.
Voorbeelden
Een intervisiegroep samenstellen met advocaten in de sociale praktijk en in de internationale commerciële praktijk is niet logisch gelet op de verschillende dilemma’s die spelen in de verschillende praktijken. Ook is het niet logisch om een intervisiegroep samen te stellen met strafrechtadvocaten en advocaten in het personen- en familierecht. Daarbij geldt als kan worden beargumenteerd waarom het wel logisch is, dan kan de keuze daarvoor wel gemaakt worden. -
17. Moeten de kwaliteitstoetsen worden verricht op dezelfde rechtsgebieden als het rechtsgebied waarop de advocaat staat geregistreerd in het rechtsgebiedenregister?
Nee, dat hoeft niet. Het rechtsgebied waarop de advocaat staat geregistreerd, hoeft niet te worden aangehouden bij de keuze op welk rechtsgebied de kwaliteitstoetsen worden verricht. Ook het aantal rechtsgebieden waarop de advocaat staat geregistreerd heeft geen invloed op de keuze van de kwaliteitstoetsen. De verplichting voor de kwaliteitstoetsen ziet op een keuze voor één van de drie vormen per jaar (intervisie, peer review of gestructureerd intercollegiaal overleg) op een rechtsgebied waarop de advocaat werkzaam is.
-
18. Mogen de verplichte kwaliteitstoetsen op afstand via digitale middelen plaatsvinden?
Het is van belang voor de verschillende vormen van de kwaliteitstoetsen dat de deelnemers fysiek bij elkaar komen ten behoeve van de dynamiek in de groep en het kunnen faciliteren van de gewenste vorm door de gespreksleiders, reviewers en begeleiders.
Gelet op alle verscherpte coronamaatregelen die het fysiek bij elkaar komen bemoeilijken kan tijdelijk tot 1 april 2021 aan intervisie en gestructureerd intercollegiaal overleg via videoconferentie worden deelgenomen. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
1. alle deelnemers gaan akkoord met deelname aan de kwaliteitstoetsen door video-conference;
2. de identiteit van de deelnemers wordt gecontroleerd door gespreksleider of begeleider;
3. de aanwezigheid van de deelnemers wordt tijdens de bijeenkomst gecontroleerd door de gespreksleider of begeleider;
4. de vertrouwelijkheid wordt door alle deelnemers gewaarborgd door onder meer deelname aan de bijeenkomst in een afgesloten ruimte zonder aanwezigheid van derden.