6nov

NOvA-commissie: ruim helft verkiezingsprogramma’s voldoet niet volledig aan minimumnormen van de rechtsstaat

De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) heeft ook voor de komende Tweede Kamerverkiezingen een commissie ingesteld die de verkiezingsprogramma’s toetst op rechtsstatelijkheid. Hoewel de commissie de meeste plannen van de politieke partijen positief beoordeelt, zijn bij tien van de achttien onderzochte partijprogramma’s voorstellen aangetroffen die de toets aan de minimumnormen van de rechtsstaat niet doorstaan.

Voorkant rapport doorlichting 2023Rechtsstatelijkheid is voor de NOvA een belangrijk onderwerp. Het is immers de advocaat die een wezenlijke rol speelt bij de juridische bescherming van de rechten en vrijheden van de burger in een democratische samenleving. De commissie acht het van belang dat de kiezer kennis kan nemen van de opvattingen van politieke partijen die de rechtsstaat kunnen versterken of daar juist een risico voor vormen. 

Rechtvaardigheid als basis
De analyse van de partijprogramma’s laat een wisselend beeld zien. De commissie zag dat veel partijen stilstaan bij de risico’s van een bedrijfsmatig en anoniem optredende overheid, dit in het licht van de toeslagenaffaire en de Groningse aardbevingsschade. Dat leidt in de programma’s tot veel aandacht voor de individuele mens, maatwerk en bijvoorbeeld de wens voor een menselijk gezicht van de overheid. Uitgangspunt voor veel partijen moet het vertrouwen van de overheid in de burger zijn. Rechtvaardigheid, ook door het hanteren van de menselijke maat, vormt immers de basis van overheidshandelen. 

Regie terug bij overheid
De wens dat de overheid weer de regie terugneemt op een aantal terreinen zoals zorg, huisvesting of de arbeidsmarkt komt bij verschillende partijen terug. De roep om een versterkt en van tanden voorzien toezicht op talloze gebieden getuigt ook van het belang dat menige partij heeft voor de zorg van de overheid voor de publieke zaak. 

Burgerbetrokkenheid
Burgerbetrokkenheid wordt door de commissie als een trend gezien. Talloze voorstellen worden gedaan om de betrokkenheid van de burger bij wetgeving en bestuur te versterken. Van burgerberaden tot rechtstreekse verkiezing van de Eerste Kamer en van de gekozen minister-president tot de eveneens rechtstreeks gekozen burgemeester of commissaris van de koning. Het kan de democratie versterken, maar het komt uiteindelijk wel aan op de uitwerking van de voorstellen en op welke wijze en aan wie er verantwoording wordt afgelegd. Deze uitwerking vindt de commissie onvoldoende terug in de voorstellen.

Toetsen aan de Grondwet
De commissie is positief over de aandacht van veel partijen voor de Grondwet. Het toetsen aan de Grondwet werd in 2021 ook al in de verkiezingsprogramma’s genoemd, maar het lijkt dat deze aandacht breder door partijen wordt gedragen. De wijze waarop getoetst zou moeten worden, verschilt echter van partij tot partij. Dit roept diverse vragen op. Kan er naast toetsing aan klassieke grondrechten ook toetsing plaatsvinden aan de sociale grondrechten? En komt ook internationale regelgeving in aanmerking voor een grondwettelijke toets? Dergelijke vragen worden niet door alle voorstanders beantwoord, zodat ook hier de commissie een nadere uitwerking van partijen van gedane voorstellen mist.

Fundamentele rechten en vrijheden
Het beeld van de commissie wordt zorgelijker als het aankomt op het waarborgen van fundamentele rechten en vrijheden van alle burgers. Dat geldt ook als het gaat om de zekerheid van een eerlijk proces en een effectieve toegang tot de rechter voor iedereen. Het betreft dan veelal voorstellen op het gebied van grote maatschappelijke en politieke vraagstukken zoals immigratie en (georganiseerde) misdaad.

Het zijn deze vraagstukken waaruit blijkt dat de rechtsstaat, ook internationaal, het eerst onder druk komt te staan. Bij deze reële uitdagingen waarvoor de politiek zich gesteld ziet, zullen die oplossingen gekozen moeten worden die de rechtsstaat zelf niet ondermijnen. Voorstellen die de toegang tot het recht voor bepaalde groepen willen beperken, doen zelf de rechtsstaat geweld aan.

Toch is de analyse van de commissie over de meeste plannen van de onderzochte politieke partijprogramma’s positief, hoe divers en soms rudimentair die voorstellen ook zijn.

Verkiezingsprogramma's rechtsstatelijkWillem van Schendel, voorzitter van de commissie Rechtsstatelijkheid in verkiezingsprogramma’s, overhandigt het rapport ‘De partijprogramma’s voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk?’ aan Robert Crince le Roy, algemeen deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Meer informatie
- Download het rapport De partijprogramma’s voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 
- Download eerdere rapporten uit 20122017 en 2021.

2023