25jan

Rechtzoekende de dupe van bezuinigingen op rechtsbijstand

Diverse boetes van in totaal 23.000 euro omdat je volgens het UWV niet hebt gemeld dat je weer aan het werk bent. Dat overkwam Anneke Ruessink die wel bij overheidsinstantie UWV had gemeld dat ze weer aan de slag was. “De stress die deze ellende veroorzaakt heeft, valt met geen pen te beschrijven. Je wordt voor leugenaar uitgemaakt terwijl na jarenlang procederen bleek dat het UWV fout op fout heeft gemaakt.”

Dat de zaak door tussenkomst van haar toevoegingsadvocaat tot een goed einde is gebracht, daar is Ruessink hem nog iedere dag dankbaar voor. De boetes zijn ingetrokken en Ruessink is opgelucht. “Stel je voor dat ik geen gebruik had kunnen maken van een toevoegingsadvocaat? Dan was het er zeker op uitgedraaid dat ik had moeten betalen en zou ik voor de rest van mijn leven in de schuldsanering zijn beland.”

Schrijnend
“Dit is een van de vele schrijnende voorbeelden die het belang illustreren van een goed functionerend stelsel van gefinancierde rechtsbijstand”, aldus advocaat Bernard de Leest, tevens lid van de algemene raad van Nederlandse orde van advocaten. De Leest schuift vandaag aan bij een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer na aanbevelingen van de Commissie Van der Meer dat er jaarlijks een investering van € 127 miljoen extra nodig is wegens achterstallig onderhoud aan het systeem van gefinancierde rechtsbijstand. Het kabinet houdt echter de hand op de knip, waardoor rechtzoekenden zoals Ruessink straks geen gebruik meer kunnen maken van een toevoegingsadvocaat. Door dit systeem kunnen mensen met een beperkt inkomen rechtsbijstand krijgen via een advocaat en een deel van de advocaatkosten vergoed krijgen. Het gaat daarbij niet alleen om het strafrecht, maar ook over zaken als zorg, sociale voorzieningen en huur. Onderwerpen waar elke burger mee te maken kan krijgen.

Uitlokken
De Leest staat stil bij het feit dat de overheid zelf een grote veroorzaker is van het beroep op rechtsbijstand door het invoeren van nieuwe, complexe wet- en regelgeving. Maar ook door het -soms tegen beter weten in- uitlokken of voeren van procedures. “Er zijn genoeg voorbeelden van bewindspersonen die aangeven dat als mensen het niet eens zijn met nieuwe regelgeving, zij maar bezwaar moeten maken. Dat kan nooit de bedoeling zijn”, stelt De Leest. “Zorg voor zodanige regelgeving dat mensen geen bezwaar hoeven te maken.” Inmiddels is bij 60 procent van de zaken in het stelsel de overheid zelf partij. Het is volgens de NOvA van belang dat het kabinet zich dit realiseert en naar zichzelf kijkt.

Eerste stap
Als mogelijke eerste stap voor de broodnodige investeringen stelt de NOvA voor een extra hoofdstuk toe te voegen aan nieuwe wetsvoorstellen over het te verwachten effect op het stelsel. Leidt dit tot een toename van mensen die het niet eens zijn met het nieuwe overheidsbeleid en genoodzaakt zijn een advocaat in de hand te nemen? Aan de hand hiervan kunnen deze effecten vertaald worden naar extra behandeltijd en een bijbehorende prijs. Deze handelswijze wordt ook gebruikt voor de Rechtspraak. Ook kan gedacht worden aan het ontwikkelen van minder complexe en meer conflictmijdende regelgeving.

Al sinds 2011 neemt de NOvA deel aan brainstormgroepen en expertsessies en denkt al jarenlang mee over de toegang tot het recht en een duurzaam stelsel voor gefinancierde rechtsbijstand. Inmiddels liggen er drie onderzoeksrapporten (commissies Van der Meer, Barkhuysen en Wolfsen) en brokkelt het stelsel steeds verder af. Uiteraard blijft de NOvA aanschuiven bij de gesprekken komend half jaar om op te komen voor de meest kwetsbare rechtzoekende in Nederland en zijn of haar toegang tot het recht.

Zie ook:
- Het position paper van de NOvA voor het rondetafelgesprek op 25 januari in de Tweede Kamer.
- De tijdlijn met acties van de NOvA voor een duurzaam stelsel van gefinancierde rechtsbijstand.

 

2018